Daarnaast werkte hij aan verschillende onderzoeksprojecten, onder meer bij de afdeling Onderwijskunde van de UvA, de afdeling Neonatologie van het AMC, de afdeling Psychiatrie van het AZU en de Vrije Universiteit (AMSTEL-project van de afdelingen Psychiatrie en EMGO Epidemiologie). Hij promoveerde in 1991 aan de Universiteit Utrecht op het onderwerp negatieve symptomen en cognitieve functiestoornissen bij psychotische patiënten onder begeleiding van de hoogleraren Betto Deelman en Marten Kuilman (psychiater). In 1997 kwam hij in dienst bij de afdeling Neurologie van het AMC. In 2003 werd hij benoemd tot hoogleraar klinische neuropsychologie aan de programmagroep Brein en Cognitie van de UvA; hij bleef parttime werkzaam in het AMC.
ZIjn onderzoek richtte zich vaak op toegepaste neuropsychologische onderwerpen zoals de ontwikkeling van nieuwe tests en normen, het verbeteren van de efficiëntie van het neuropsychologische onderzoek, het cognitieve profiel van neurologische en psychiatrische ziekten en de neuropsychologische effecten van medische behandelingen.
Zijn onderzoek heeft zich onder andere gericht op de ziekte van Alzheimer en andere vormen van dementie, de ziekte van Parkinson en andere bewegingsstoornissen, meningitis, middelenmisbruik, schizofrenie, en op prestatievaliditeit.
Schmand heeft verschillende neuropsychologische tests gepubliceerd, meegewerkt aan diverse neuropsychologische hand- en leerboeken, ruim 250 wetenschappelijke publicaties (mede)geschreven, en bijgedragen aan het opzetten en uitvoeren van de opleiding tot klinisch neuropsycholoog.